
Hoofdstuk 4 – Toepassing in de praktijk: wat kun je ermee?
Inleiding
De kennis over het microbioom wordt snel groter, maar hoe vertaal je deze wetenschappelijke inzichten naar de dagelijkse verzorging van paarden? In dit hoofdstuk bekijken we hoe paardenhouders, dierenartsen, voedingsdeskundigen en trainers praktisch gebruik kunnen maken van microbioomkennis. Het gaat hierbij niet om ingewikkelde theorie, maar om tastbare keuzes in voeding, training en management die direct bijdragen aan het welzijn, de gezondheid en de prestaties van het paard.
Het microbioom als uitgangspunt voor management
Een gezond microbioom is geen vanzelfsprekendheid. Het ontstaat en blijft stabiel door een combinatie van factoren: goede voeding, stressarm management, doordacht medicijngebruik en passende huisvesting. Wanneer één van deze factoren langdurig uit balans raakt, kan het microbioom verarmen of verschuiven. Hierdoor kunnen gezondheidsproblemen ontstaan, vaak eerst subtiel zichtbaar als vage klachten: wisselende mest, terugkerende gasophopingen, gedragsveranderingen of verminderde prestaties.
"Wie het microbioom beschermt, bouwt aan de basis van duurzame gezondheid."
Voeding: de belangrijkste stuurfactor
Voeding is de meest directe en krachtige manier om het microbioom te beïnvloeden. Het rantsoen bepaalt immers welke voedingsstoffen beschikbaar zijn voor de darmflora. Voldoende structuurrijk ruwvoer vormt hierbij altijd het fundament.
- Ruwvoer van constante kwaliteit
Ruwvoer (hooi, voordroog of gras) bevat vezels die door de bacteriën in de dikke darm gefermenteerd worden. Schommelingen in kwaliteit, bijvoorbeeld door oogstomstandigheden of schimmels, beïnvloeden het microbioom direct. Constante kwaliteit verlaagt het risico op dysbiose.
- Beperking van zetmeel en suikers
Te veel krachtvoer of suikerrijke bijproducten kunnen leiden tot overgroei van melkzuur producerende bacteriën, verzuring (acidose) en gisting. Dit verhoogt het risico op koliek, hoefbevangenheid en gedragsproblemen. Zetmeelrijke voeders moeten met mate en goed verdeeld over de dag gegeven worden.
- Aanvulling met prebiotica en probiotica
Prebiotica zijn voedingsvezels die selectief door gunstige bacteriën worden gebruikt (bijvoorbeeld inuline, pectines of bepaalde cellulosevezels).
Probiotica zijn levende micro-organismen, vaak bacteriën of gisten, die tijdelijk kunnen bijdragen aan een betere darmbalans (bijvoorbeeld Saccharomyces cerevisiae).
Deze supplementen worden soms ingezet bij herstel na ziekte of ter ondersteuning van paarden met een gevoelig maagdarmstelsel.
- Langzame voerovergangen
Het microbioom heeft tijd nodig om zich aan te passen aan veranderingen in het rantsoen. Abrupte veranderingen — bijvoorbeeld wisseling van partij hooi, overgang naar weidegang of plotselinge toevoeging van krachtvoer — kunnen snel leiden tot dysbiose. Veranderingen moeten altijd geleidelijk gebeuren, bij voorkeur over 10-14 dagen.
Stressmanagement: rust in het hoofd is rust in de darmen
Stress heeft directe invloed op het microbioom. Bij langdurige stress produceert het lichaam hormonen zoals cortisol, die niet alleen het zenuwstelsel beïnvloeden, maar ook de darmbarrière kunnen verzwakken. Dit verhoogt de kans op ontstekingsreacties en verstoringen van de darmflora.
Factoren die stress reduceren:
- Voldoende vrije beweging (bijvoorbeeld paddock of weidegang).
- Sociaal contact met soortgenoten.
- Duidelijke, rustige trainingsopbouw.
- Beperking van transportfrequentie.
- Rustige en veilige stalomgeving.
"In een ontspannen lichaam kan het microbioom optimaal functioneren."
Medicijngebruik: zorgvuldig en weloverwogen
Sommige medicijnen hebben een directe invloed op het microbioom:
- Antibiotica doden niet alleen ziekmakende bacteriën, maar ook nuttige darmbacteriën.
- Ontwormingsmiddelen kunnen onbedoeld invloed hebben op micro-organismen die met parasieten samenleven.
- Pijnstillers (NSAID’s) kunnen bij langdurig gebruik schade aanrichten aan de darmwand, waardoor bacteriën makkelijker het lichaam binnendringen.
Dit betekent niet dat deze middelen vermeden moeten worden als ze nodig zijn, maar wel dat terughoudend, zorgvuldig gebruik onder begeleiding van een dierenarts belangrijk is. Eventuele verstoringen kunnen nadien worden ondersteund met aangepaste voeding of supplementen.
Toepassing bij specifieke aandoeningen
De inzichten rond het microbioom vinden in de praktijk al hun weg naar diverse behandelplannen. Enkele voorbeelden:
- Koliekgevoelige paarden
Preventie door zeer stabiel voermanagement, beperking van zetmeel, aanvulling met gisten die fermentatie ondersteunen, en zeer geleidelijke voerovergangen.
- Paarden met hoefbevangenheid
Controle van suikerinname, rijk ruwvoer met laag fructaangehalte, aanvullende prebiotische vezels en soms probiotica gericht op ontstekingsremming.
- Paarden met gedragsproblemen
Aanpak via darm-hersen-as: stressreductie combineren met rantsoenaanpassingen die gunstige bacteriën stimuleren die rustgevende stoffen aanmaken (zoals GABA-producerende bacteriën).
- Herstel na antibiotica of ontworming
Herstel van darmbalans door aanvulling van levende gisten, prebiotische vezels en mogelijk darmstimulerende kruiden zoals psyllium.
Praktijkvoorbeeld
Een jonge ruin ontwikkelde na een zware antibiotica-behandeling terugkerende dunne mest en verminderde prestaties. Een microbioomanalyse toonde een sterke daling in butyraat-producerende bacteriën. Met een aangepast rantsoen (meer structuurrijk hooi, aanvulling met prebiotische vezels en levende gisten) herstelde de bacteriële balans over enkele maanden. De mest werd vaster, het uithoudingsvermogen verbeterde en het paard presteerde opnieuw naar verwachting.
"Herstel van het microbioom vraagt tijd, kennis en geduld, maar biedt duurzame gezondheid."
Reflectie
Het microbioom is geen losstaand gegeven, maar raakt bijna alle facetten van de paardenhouderij. Wie de basisprincipes begrijpt en toepast, bouwt aan een veerkrachtig paard dat beter bestand is tegen belasting, ziekte en stress. Microbioom kennis vraagt niet om radicale maatregelen, maar om bewust kleine dagelijkse keuzes. Juist daarin schuilt de kracht van deze nieuwe wetenschap.
Liever zonder onderbrekingen lezen?
Download deze gids – reclamevrij en altijd bij de hand!
Microbioomonderzoek bij Paarden – Nieuwe inzichten voor gezondheid en welzijn
De darmflora van paarden speelt een veel grotere rol in hun algehele gezondheid dan vaak wordt gedacht. In deze uitgebreide digitale gids van Equi-Care ontdek je hoe het microbioom invloed heeft op spijsvertering, weerstand, gedrag én prestaties, en hoe microbioomonderzoek nieuwe mogelijkheden biedt voor preventie en behandeling.
In deze gids lees je:
- Wat het microbioom is en hoe het samenwerkt met het immuunsysteem van het paard
- Welke verbanden er zijn tussen darmgezondheid, gedrag, prestaties en ziekte
- Hoe microbioomonderzoek wordt uitgevoerd en welke informatie het oplevert
- Welke factoren het darmmicrobioom positief of negatief beïnvloeden
- Hoe je met voeding, management en dagelijkse zorg werkt aan een stabiel en gezond darmmilieu
- Praktische toepassingen bij spijsverteringsproblemen, stress, prestatieverlies en hersteltrajecten
Deze gids is geschikt voor paardeneigenaren, trainers, therapeuten en professionals die willen werken met de nieuwste inzichten op het gebied van darmgezondheid en paardenwelzijn.
Uitsluitend digitaal beschikbaar via Equi‑Care.
Let op: dit is een digitale gids (PDF)
Na aankoop ontvang je direct een downloadlink.
Dit is een digitaal product en kan na aankoop niet worden geretourneerd of geannuleerd