Hoofdstuk 3: Voeding: wat en hoe vaak?

Goede voeding is de basis van een gezond paard. Zonder de juiste voeding kan een paard snel lichamelijke én mentale problemen krijgen. In dit hoofdstuk leggen we precies uit wat een paard nodig heeft, hoe vaak het moet eten en waar je op moet letten. We houden het simpel, praktisch en toepasbaar voor elke paardenhouder.

1 Waarom voeding zo belangrijk is

Het spijsverteringsstelsel van een paard is gebouwd op bijna continue inname van kleine hoeveelheden vezelrijk voedsel. In de natuur graast een paard dagelijks 12 tot 16 uur. Daarbij beweegt het veel en eet het telkens kleine beetjes gras.

Het maag-darmstelsel van het paard is hier volledig op afgestemd. Als er lange perioden zonder voer zijn, raakt het spijsverteringssysteem uit balans. Dit kan leiden tot problemen zoals maagzweren, koliek of gedragsproblemen door verveling en stress.

"Een paard is gemaakt om bijna de hele dag te eten,

niet om lange tijd zonder voer te staan."

Daarom is het belangrijk om het natuurlijke eetpatroon zoveel mogelijk na te bootsen, ook als het paard in een stal of paddock gehouden wordt.

2 De basis: ruwvoer

Ruwvoer is het belangrijkste onderdeel van het rantsoen. Dit bestaat uit gras, hooi of voordroog (kuil). Het bevat de vezels die essentieel zijn voor een goede darmwerking.

Een paard moet dagelijks minimaal 1,5 tot 2 kilo ruwvoer per 100 kilo lichaamsgewicht krijgen. Een gemiddeld paard van 500 kilo heeft dus minimaal 7,5 tot 10 kilo hooi per dag nodig.

Ruwvoer van goede kwaliteit is droog, schimmelvrij en ruikt fris. Stofvrij hooi is beter voor paarden met gevoelige luchtwegen. Vers gras is ook uitstekend, mits het niet te rijk is aan suikers. Bij het eerste weideseizoen is het verstandig om de weidegang rustig op te bouwen.

3 Aanvullend krachtvoer

In sommige situaties is aanvulling met krachtvoer nodig. Bijvoorbeeld bij paarden die zwaar werk doen, drachtige merries, opgroeiende veulens of oudere paarden met verminderde opname. Krachtvoer bevat vaak granen, vitamines en mineralen. Te veel krachtvoer kan echter leiden tot overgewicht, hoefbevangenheid of spijsverteringsproblemen.

Voer krachtvoer altijd afgestemd op de behoefte van het individuele paard, en verdeel het over meerdere kleine porties per dag.

4 Water: de vergeten voedingsstof

Water is net zo belangrijk als voer. Een paard drinkt gemiddeld 20 tot 50 liter water per dag. Bij warm weer, zware arbeid of lacterende merries kan dit oplopen. Zorg altijd voor schoon, fris drinkwater. Vuil water of bevroren drinkbakken kunnen snel leiden tot uitdroging of koliek.

5 Mineralen en vitaminen

Bij een goed ruwvoerrantsoen kan het zijn dat sommige mineralen of vitaminen ontbreken. Denk aan zout, selenium of vitamine E. Een liksteen of speciaal uitgebalanceerd supplement kan hier uitkomst bieden. Laat bij twijfel een ruwvoeranalyse uitvoeren of vraag advies aan een voedingsspecialist.

6 Voedertijd en structuur

Bied voer zo aan dat het paard rustig kan eten. Vermijd lange periodes zonder voer. Als onbeperkt hooi geven niet mogelijk is, verdeel de porties dan over meerdere voerbeurten per dag. Slowfeeders of hooinetten kunnen helpen om het eettempo te verlagen en verveling te voorkomen.

7 Let op lichaamsconditie

Controleer regelmatig de lichaamsconditie van je paard. Voel over de ribben, kijk naar de hals, schoft, rug en staartbasis. Een paard mag niet mager zijn, maar ook niet te dik. Overgewicht verhoogt de kans op gezondheidsproblemen zoals hoefbevangenheid, insulineresistentie of gewrichtsklachten.

8 Veelvoorkomende voedingsproblemen

  • Overgewicht: Te veel krachtvoer of te rijke weidegang.
  • Ondergewicht: Te weinig ruwvoer, gebitsproblemen, ziekte.
  • Maagzweren: Onregelmatig voeren, stress, te weinig ruwvoer.
  • Koliek: Wisselende voeding, schimmelig voer, plotselinge veranderingen.

"Voer is geen luxe, maar dagelijks onderhoud van de gezondheid."

Reflectie en praktische tips

Elke dag opnieuw vormt voeding een belangrijke zorgtaak voor de paardenhouder. Door goed te observeren hoe je paard eet, hoeveel het drinkt en hoe het zich lichamelijk ontwikkelt, kun je veel problemen vroegtijdig ontdekken. Merk je dat je paard ineens minder eetlust heeft, of juist hongerig blijft na het voeren, dan kan dit wijzen op onderliggende gezondheidsproblemen. Ook veranderingen in mest of gedrag kunnen signalen zijn dat het rantsoen niet optimaal is.

Denk bij het voeren altijd vanuit het natuurlijke gedrag van het paard. Zorg voor een voedingspatroon dat lijkt op hoe het paard van nature zou eten: verspreid over de dag, kleine porties, rijk aan vezels. Maak gebruik van hulpmiddelen zoals hooinetten of slowfeeders als onbeperkt voeren niet haalbaar is, zodat je paard rustig kan eten zonder lange wachttijden tussen de voerbeurten.

Let daarnaast op het lichaamsgewicht van je paard. Zowel overgewicht als ondergewicht brengt risico’s met zich mee. Door regelmatig met je hand over de ribben te voelen, kun je goed inschatten of je paard op een gezond gewicht zit. Raadpleeg bij twijfel een dierenarts of voedingsdeskundige; zij kunnen samen met jou het rantsoen nauwkeurig afstemmen op de behoeften van jouw paard.

Ook het drinkgedrag verdient dagelijks aandacht. Controleer of het water schoon en fris is, vooral tijdens warme of juist vorstperiodes. Voldoende drinken is cruciaal om koliek of verstopping te voorkomen. Bij onvoldoende wateropname is het verstandig om nat hooi te voeren of slobber bij te voeren om extra vocht binnen te krijgen.

Door voeding niet als een standaardroutine, maar als een voortdurend afstemmingsproces te zien, geef je je paard de beste basis voor gezondheid en welzijn. Elk paard is anders en wat vandaag goed lijkt, kan door groei, leeftijd of seizoen morgen weer bijstelling vragen. Door alert te blijven en kleine signalen serieus te nemen, voorkom je grote problemen.

Toelichting vaktermen

  • Ruwvoer: Gras, hooi of kuilvoer dat veel vezels bevat en de basis vormt van het paardenrantsoen.
  • Krachtvoer: Extra voer met granen, suikers, vetten of eiwitten, bedoeld als aanvulling op het basisrantsoen.
  • Koliek: Verzamelnaam voor buikpijn bij het paard, vaak door verstoringen in de darmwerking.
  • Ruwvoeranalyse: Een laboratoriumonderzoek waarin de voedingswaarde van hooi of kuilvoer wordt vastgesteld.

Met goede voeding leg je een stevige basis. Maar minstens zo bepalend voor welzijn is de plek waar het paard leeft. In het volgende hoofdstuk gaan we bekijken hoe huisvesting eruitziet die past bij het natuurlijke gedrag en de veiligheid van het paard.

Liever zonder onderbrekingen lezen?

Download deze gids nu voor een aanbiedingsprijs – reclamevrij en altijd bij de hand!

Sale!

Paardenwelzijn in de praktijk

€ 9,95 € 5,95
Sale!

Paardenwelzijn in de praktijk

€ 9,95 € 5,95

Paardenwelzijn in de praktijk – De complete Equi-Care gids voor iedere paardenhouder

Paardenwelzijn is méér dan goed voeren of verzorgen. Het gaat om het totaalplaatje: voeding, huisvesting, gezondheid, gedrag en training. In deze uitgebreide digitale gids van Equi-Care worden de nieuwste inzichten rondom paardenwelzijn praktisch vertaald naar duidelijke stappen die je direct kunt toepassen.

Of je nu professioneel met paarden werkt of net begint: deze gids helpt je om dagelijks bewuste keuzes te maken en het welzijn van je paard structureel te verbeteren. Met heldere uitleg, actuele kennis en concrete voorbeelden, volledig afgestemd op de laatste welzijnsnormen.

Uitsluitend digitaal beschikbaar via Equi‑Care.

Let op: dit is een digitale gids (PDF)
Na aankoop ontvang je direct een downloadlink.

Dit is een digitaal product en kan na aankoop niet worden geretourneerd of geannuleerd