
Hoofdstuk 5: Praktische implementatie op stal
Van technologie naar dagelijkse toepassing
Een goed ontwikkeld AI-model voor vroege lameness-detectie is pas waardevol als het daadwerkelijk toegepast wordt in de praktijk. De uitdaging ligt dan ook niet zozeer in de techniek zelf, maar in het succesvol integreren van deze technologie binnen het dagelijkse stalmanagement. In veel paardenbedrijven wordt gewerkt met beperkte tijd, wisselende medewerkers en uiteenlopende werkwijzen. Toch tonen praktijkervaringen aan dat implementatie mogelijk is – mits stapsgewijs en afgestemd op de bestaande routines van mens én paard.
De eerste stap is het kiezen van geschikte meetmomenten. De meeste gebruikers meten voorafgaand aan training of tijdens een periodieke gezondheidscontrole. Belangrijk is dat het paard zich in een zo natuurlijk mogelijke bewegingssituatie bevindt. De meting moet plaatsvinden onder vergelijkbare omstandigheden als eerdere metingen, om bruikbare vergelijkingen mogelijk te maken. Een rustige, vlakke ondergrond – zoals een overdekte rijbaan of een rechte lijn buiten – is daarbij wenselijk. Onregelmatigheden in ondergrond, weersinvloeden of stress bij het paard kunnen namelijk zorgen voor verstorende gegevens.
De sensoren worden doorgaans bevestigd met behulp van klittenband, bandages of speciaal ontworpen harnassen. Het is belangrijk dat de plaatsing telkens op exact dezelfde locatie gebeurt. Sensoren die zelfs maar enkele centimeters verschuiven, kunnen afwijkende resultaten opleveren. Daarom is een zorgvuldige en consequente bevestiging essentieel. Dit vraagt om duidelijke instructies aan de persoon die de meting uitvoert – of dat nu een groom, ruiter of stalmanager is. Gelukkig blijkt in de praktijk dat een korte training vaak volstaat, zeker als het meetsysteem gebruiksvriendelijk is en duidelijke feedback geeft.
“Techniek moet zich aanpassen aan de stal, niet andersom.”
In veel gevallen werkt het goed om één verantwoordelijke persoon binnen het team aan te wijzen voor het beheer van het meetsysteem. Deze functioneert als aanspreekpunt, ziet toe op correcte toepassing en beoordeelt of meldingen actie vereisen. Wanneer het systeem een afwijking detecteert, volgt vaak een waarschuwing via een mobiele app, een e-mail of een visuele melding. De volgende stap is overleg: met de ruiter, trainer of dierenarts, afhankelijk van de aard van het signaal.
Belangrijk is dat een melding van het systeem niet automatisch leidt tot ingrijpen. De gegevens vormen een aanleiding voor nadere observatie, niet een diagnose. Dit voorkomt overreacties en zorgt ervoor dat technologie ondersteunend blijft aan het oordeel van de professional.
Implementatie vraagt ook om duidelijke communicatie binnen het team. Alle betrokkenen moeten weten wat het systeem doet, waarom het wordt gebruikt en hoe ze ermee omgaan. Als medewerkers het idee hebben dat de technologie bedoeld is als controlemiddel of beoordeling van hun werk, ontstaat weerstand. Wanneer ze het echter zien als een hulpmiddel om de gezondheid van het paard te verbeteren, groeit het draagvlak. Transparantie, overleg en gezamenlijke interpretatie van de resultaten dragen bij aan een open en lerende stalomgeving.
Wat betreft de kosten bestaan er verschillende modellen. Sommige systemen zijn gericht op individuele sportpaarden, andere op grotere groepen, bijvoorbeeld in revalidatieklinieken of fokstallen. De initiële investering kan aanzienlijk lijken, maar de winst op lange termijn blijkt aanzienlijk: minder langdurige uitval, minder invasieve behandelingen en betere prestaties. In veel gevallen verdient het systeem zich terug door het beperken van risico’s en het vergroten van de inzetbaarheid van het paard.
Reflectie: begin klein en leer bij
Een succesvolle implementatie begint met kleinschalig starten. Begin met één paard of een kleine groep, en gebruik het systeem in uiteenlopende situaties. Betrek de dierenarts bij de interpretatie en bespreek opvallende uitkomsten. Door stapsgewijs te werk te gaan, ontstaat ervaring en vertrouwen in het systeem. Pas wanneer het systeem bewezen functioneert binnen de eigen stalcontext, kan uitbreiding overwogen worden.
De grootste kracht van deze technologie ligt in consistentie. Door regelmatig te meten, ontstaat een soort bewegingsdagboek van het paard. Hiermee wordt het mogelijk om kleine veranderingen vroegtijdig te herkennen, voordat ze uitgroeien tot een probleem.
Zo verandert monitoring van een incidenteel moment in een doorlopende vorm van zorg – waarbij technologie en mens samenwerken om het paard gezond en inzetbaar te houden.
Liever zonder onderbrekingen lezen?
Download deze gids nu voor een aanbiedingsprijs – reclamevrij en altijd bij de hand!
AI voor Vroege Lameness-detectie bij Paarden – praktische gids van Equi-Care
Moderne technologie maakt het mogelijk: met sensoren en kunstmatige intelligentie (AI) kun je subtiele veranderingen in het gangbeeld van paarden sneller en nauwkeuriger opsporen dan met het blote oog. In deze digitale gids van Equi-Care lees je hoe AI en bewegingsanalyse bijdragen aan vroegtijdige herkenning van kreupelheid, en welke toepassingen al beschikbaar zijn voor dierenartsen, stalhouders en paardeneigenaren.
Je leert onder andere:
- Hoe sensortechnologie en algoritmes afwijkende bewegingen herkennen
- Wat de voordelen zijn van objectieve bewegingsanalyse
- Welke systemen er op de markt zijn en hoe je ze inzet
- Hoe je AI verantwoord gebruikt binnen training, diagnose en revalidatie
- Wat dit betekent voor het welzijn van je paard op lange termijn
Deze gids is geschreven voor professionals en betrokken eigenaren die gericht willen inzetten op preventie, welzijn en innovatie in de paardenzorg.
Uitsluitend digitaal beschikbaar via Equi-Care.
Let op: dit is een digitale gids (PDF)
Na aankoop ontvang je direct een downloadlink.
Dit is een digitaal product en kan na aankoop niet worden geretourneerd of geannuleerd