Gebitsverzorging bij paarden
Inzicht, onderhoud en samenwerking voor een gezond paardenmond
Voorwoord
Het gebit van een paard speelt een centrale rol in zijn gezondheid, eetgedrag, rijcomfort en prestaties. Toch wordt gebitsverzorging nog vaak over het hoofd gezien of onderschat. In deze gids bieden we duidelijke uitleg, praktische richtlijnen en actuele kennis over hoe je het gebit van je paard gezond houdt – in samenwerking met een erkende gebitsverzorger of dierenarts. Deze gids is bedoeld voor iedere paardenhouder, ruiter of verzorger, ongeacht ervaringsniveau. We maken complexe onderwerpen toegankelijk en geven toepasbare tips voor in de praktijk. Want een gezond paard begint bij een gezonde mond.
Inhoudsopgave
- De anatomie van het paarden gebit
"Begrip van structuur is de basis voor goede zorg" - Veelvoorkomende gebitsproblemen
"Gedrag is vaak een spiegel van ongemak" - Preventieve gebitsverzorging
"Voorkomen is effectiever dan genezen" - De gebitscontrole: hoe, wat en wanneer?
"Regelmaat voorkomt ongemerkt lijden" - De rol van de paardentandarts of gebitsverzorger
"Samenwerken voor specialistische zorg" - Herkennen van gebitsproblemen bij je paard
"Je paard laat het zien, als je weet waar je op moet letten" - Training en gedrag in relatie tot gebitsgezondheid
"Een paard dat zich prettig voelt, presteert beter" - Afsluiting
"Gebitsverzorging is geen luxe, maar noodzaak" - Dankwoord
Hoofdstuk 1. De anatomie van het paarden gebit
Om het gebit van je paard goed te kunnen verzorgen, is het handig om te weten hoe het in elkaar zit. Paarden hebben namelijk een ander soort gebit dan mensen. Hun tanden groeien bijna hun hele leven door en moeten goed afslijten. Als dat niet goed gebeurt, kunnen er problemen ontstaan.
Hoe ziet een paardengebit eruit?
Een volwassen paard heeft tussen de 36 en 44 tanden. Dit zijn de verschillende soorten:
- Snijtanden: 6 boven en 6 onder, aan de voorkant. Hiermee bijt het paard gras af.
- Kiezen: 12 boven en 12 onder, achterin de mond. Deze malen het voer fijn.
- Hoektanden: komen meestal voor bij hengsten en ruinen, tussen de snijtanden en kiezen.
- Wolftanden: kleine tanden vóór de eerste kiezen. Niet elk paard heeft ze. Ze kunnen gevoelig zijn, vooral als het paard een bit draagt.
"Begrip van structuur is de basis voor goede zorg"
Tandgroei en slijtage
Paardentanden groeien ongeveer 2 tot 3 millimeter per jaar. Door veel te kauwen op ruwvoer, zoals hooi of gras, slijten ze vanzelf af. Dat is belangrijk, want anders worden de tanden te lang of scheef.
Als een paard te weinig kauwt of verkeerd kauwt, kan het gebit ongelijk afslijten. Dan ontstaan bijvoorbeeld:
- Haken: scherpe randen die in de wang of tong kunnen prikken.
- Golvende kiezen: het kauwoppervlak is dan niet meer vlak.
- Trapvorming: sommige kiezen zijn veel hoger dan andere.
Hoe kauwt een paard?
Een paard kauwt in een ronde, zijwaartse beweging. Het maalt het voedsel tussen de kiezen. Daarvoor moeten de kiezen goed op elkaar passen. Als dat niet zo is, wordt het kauwen moeilijk of pijnlijk. Je merkt dit vaak doordat het paard slordig eet, veel kwijlt of minder eetlust heeft.
Veranderingen met de leeftijd
Het gebit van een paard verandert in de loop van zijn leven:
- Veulens krijgen hun eerste melktanden al binnen enkele weken.
- Tussen 2,5 en 5 jaar wisselt het paard naar volwassen tanden.
- Vanaf 15 jaar kunnen tanden los gaan zitten of uitvallen.
Bij oudere paarden zie je ook vaker dat het kauwen moeizamer gaat. Ze hebben dan soms speciaal voer nodig dat makkelijker te eten is.
Belangrijke term: Occlusie
Occlusie betekent simpel gezegd: hoe de boven- en onderkaak op elkaar passen als het paard de mond sluit. Als dat niet goed is, slijten de tanden verkeerd af. Dit kan pijn veroorzaken en het eten bemoeilijken.
Praktische tips
- Kijk af en toe in de mond van je paard, zeker als het ander eetgedrag vertoont.
- Laat het gebit minstens één keer per jaar controleren door een gebitsverzorger.
- Jonge paarden (tot 5 jaar) en oudere paarden (vanaf 15 jaar) hebben vaak extra aandacht nodig.
Een gezond gebit zorgt voor een gezond paard. Dat merk je aan hoe het eet, hoe het in zijn lijf zit en hoe het presteert onder het zadel.
Hoofdstuk 2. Veelvoorkomende gebitsproblemen
Hoewel een paardengebit van nature goed is aangepast aan het malen van ruwvoer, kunnen er toch allerlei problemen ontstaan. Vaak gebeurt dit geleidelijk en zonder dat je het meteen merkt. Paarden laten pijn of ongemak namelijk niet snel zien. Daarom is het belangrijk om gebitsproblemen te leren herkennen en te begrijpen hoe ze ontstaan.
Welke problemen komen vaak voor?
Een van de meest voorkomende problemen zijn scherpe randen op de kiezen, ook wel haken genoemd. Deze ontstaan wanneer de kiezen niet netjes op elkaar afslijten. Dit kan gebeuren als een paard scheef kauwt of als het voer niet voldoende structuur bevat. De scherpe punten kunnen pijn doen aan de binnenkant van de wangen of de zijkant van de tong. Soms zie je dat een paard daardoor moeite heeft met eten of dat het zelfs bitsignalen verkeerd oppakt tijdens het rijden.
Een ander veelvoorkomend probleem is een ongelijk slijtagepatroon. In plaats van een vlak kauwvlak, ontstaat er dan een golf- of trapvormig patroon in de kiezen. Hierdoor wordt het kauwen moeizaam en kunnen er blokkades ontstaan in de kaak. Dit zie je vooral bij paarden die langdurig geen gebitscontrole hebben gehad, of bij oudere dieren waarvan het gebit al wat versleten is.
Sommige paarden hebben ook last van zogenaamde wolfstanden. Dat zijn kleine, scherpe tandjes die vlak voor de eerste kies zitten. Niet elk paard heeft ze, maar als ze er zijn, kunnen ze gevoelig zijn – vooral bij het gebruik van een bit. Daarom worden deze tanden bij jonge paarden soms preventief verwijderd.
Ook het uitvallen of losraken van tanden komt voor, vooral bij oudere paarden. Naarmate ze ouder worden, worden de wortels van de tanden minder stevig. Losse tanden kunnen ontsteken, pijn veroorzaken of zelfs voor een nare geur uit de mond zorgen.
Tot slot zijn er paarden die geboren worden met een afwijkende kaakstand, zoals een over- of onderbijt. Hierdoor sluiten de tanden niet goed op elkaar aan, wat opnieuw kan leiden tot ongelijke slijtage en klachten.
"Gedrag is vaak een spiegel van ongemak"
Signalen van gebitsproblemen
Een paard met gebitsproblemen laat dit meestal zien door veranderend gedrag. Het kan bijvoorbeeld langzamer eten, propjes maken van hooi of voer morsen. Sommige paarden laten voer uit de mond vallen of kwijlen meer dan normaal. Ook zie je soms onverteerd voedsel in de mest.
Tijdens het rijden kun je merken dat het paard zich anders gedraagt. Het pakt het bit niet goed aan, gooit met het hoofd of toont verzet bij het aanleggen van het hoofdstel. In sommige gevallen kan het dier zelfs schrikachtig of sloom reageren, simpelweg omdat het pijn heeft in de mond.
Waarom tijdige verzorging belangrijk is
Gebitsproblemen verdwijnen zelden vanzelf. In tegendeel: hoe langer je wacht, hoe groter het ongemak en de schade. Kleine haken kunnen bijvoorbeeld diepe wondjes veroorzaken in de mond, wat leidt tot chronische irritatie of ontstekingen. Een slecht functionerend gebit kan er ook voor zorgen dat het paard minder eet of te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, met vermagering of zelfs koliek tot gevolg.
Daarom is regelmatige controle en verzorging van het gebit geen luxe, maar een noodzakelijke vorm van basiszorg. Juist door tijdig in te grijpen, voorkom je veel problemen en houd je je paard comfortabel en gezond.
Praktisch advies
Een jaarlijkse gebitscontrole is voor de meeste paarden voldoende. Bij jonge paarden die nog wisselen, of bij oudere dieren met slijtage, kan een halfjaarlijkse controle nodig zijn. Let altijd op veranderingen in eetgedrag of rijgedrag, want dat zijn vaak de eerste tekenen van ongemak.
Als je twijfelt of er iets mis is, schakel dan altijd een erkende gebitsverzorger of dierenarts in. Die kan precies beoordelen wat er aan de hand is en waar nodig het gebit behandelen.
Wil je verder lezen? Bestel dan de volledige gids met alle hoofdstukken, inclusief voorbeelden, praktische tips en verdiepende uitleg.
Gebitsverzorging bij Paarden
Gebitsverzorging bij Paarden
Gebitsverzorging bij paarden is een toegankelijke en complete digitale gids voor iedereen die wil zorgen voor een gezond paardenmond. Of je nu beginnende ruiter bent of ervaren paardenhouder, deze handleiding van Equi-Care geeft heldere uitleg over alles wat komt kijken bij goed gebitsbeheer.
In deze gids leer je:
- Hoe het paardengebit werkt: anatomie en ontwikkeling
- Welke signalen kunnen wijzen op gebitsproblemen
- Hoe je gebitsproblemen kunt voorkomen door preventie en observatie
- Wat de rol is van voeding, training en tandartszorg
- Wanneer en hoe je deskundige hulp inschakelt
Deze gids biedt overzichtelijke informatie en praktische tips, zodat je vol vertrouwen kunt bijdragen aan het welzijn van je paard — via één van de meest onderschatte aspecten van goede zorg: het gebit.
Let op: Dit is een digitaal product en kan na aankoop niet worden geretourneerd of geannuleerd.